Binnen het vmbo (voorbereidend middelbaar onderwijs) heb je twee beroepsgerichte leerwegen: de kaderberoepsgerichte leerweg en de basisberoepsgerichte leerweg. Ze duren allebei vier jaar. Het verschil zit in de moeilijkheidsgraad.
De basisberoepsgerichte leerweg is de leerweg die opleidt voor niveau 2, en soms ook niveau 3, van het mbo. Dat zijn de middelste niveaus van het mbo.In het vmbo-basis leer je niet alleen uit de boeken, maar vooral ook door dingen te doen. Het aanleren van (sociale) vaardigheden vinden wij ook belangrijk. Zo leer je bijvoorbeeld samenwerken, overleggen, plannen en organiseren.
Als je naar de basisberoepsgerichte leerweg gaat, kom je of in een klas met twee niveaus terecht: de kader/basis-klas, of in de aparte basisklas. Dat hanht af van het advies dat je van de basisschool krijgt. In de onderbouw heb je een persoonlijke coach, die elke twee weken een gesprek met je voert. Drie keer per jaar schuiven je ouders aan bij dit gesprek. Dan heet het gesprek een LOC-gesprek (Leerling-Ouder-Coach)
Na twee jaar wordt bekeken welk niveau het beste bij je past. Zo heb je genoeg tijd om te wennen aan de school en te laten zien wat je kunt.
In de bovenbouw studeer je af in de brede studierichting dienstverlening & producten, waarmee je in het mbo alle kanten nog uit kunt. In de vierde klas kies je binnen deze richting een talentprofiel, dat is een richting waar jij je het beste in thuis voelt. Je kiest dan uit techniek, zorg & welzijn of recreatie & toerisme.